Aan de bridgetafel is een hoffelijke houding verplicht. Dat betekent dat een speler in overtreding is als zijn houding een vervelend gevoel oproept bij zijn tafelgenoten. Dat klinkt vrij logisch en eenvoudig. Toch wordt deze spelregel, artikel 74A, het meest overtreden van alle spelregels.
Uit oogpunt van fatsoen behoort een speler niet:
1. onvoldoende aandacht aan het spel te besteden;
2. ongevraagd commentaar te leveren tijdens het bieden en spelen;
3. een kaart klaar te houden voordat hij aan de beurt is;
4. het spelen onnodig te rekken met het oogmerk een tegenstander van zijn stuk te brengen;
5. de wedstrijdleider/arbiter te ontbieden en hem toe te spreken op een voor deze of voor de andere spelers onhoffelijke wijze.
DE ARBITER gaat over de spelregels. Hij bestraft niemand, maar zorgt ervoor dat de bridgeregels goed worden toegepast. Als er een overtreding wordt geconstateerd of vermoed, kunnen alle spelers het beste de kaarten die zij nog in de hand hebben dicht op tafel leggen en vervolgens de arbiter van de lijn waarschuwen. Aangezien de meeste arbiters zelf ook meespelen, geef je aan hem je lijn- en tafelnummer door, dan komt hij zodra hij kan. Als de arbiter aan de tafel komt, zal hij degene die hem geroepen heeft vragen om de casus uit te leggen. Geef die persoon de gelegenheid om dat te doen. Ga niet met zijn allen door elkaar roepen, want daar kan de arbiter geen chocola van maken. Het kan zijn dat de arbiter even overleg gaat plegen met een collega van hem. Uiteindelijk is de beslissing van de arbiter die avond leidend!
Wanneer roep je de arbiter:
Er is een gezegde: de tafel plakt. Dwz dat je een gelegde speelkaart of bod niet zo maar mag terugnemen. Hij plakt zogezegd aan de tafel. De arbiter is ervoor om deze vergissing, aan de hand van de spelregels, te corrigeren.
Dus in ieder geval als je de volgende vergissingen maakt (we spreken niet van fouten): 1. voor de beurt bieden, 2. voor de beurt uitkomen, 3. een onvoldoende bod doen (gelijk of lager dan een eerder bod) en 4. onvoldoende bijspelen.
Ook bij een verzaking moet je de arbiter aan de tafel roepen. Hij zal de verzaking rechtzetten volgens de regels.
Uitkomen: De spelregel bepaalt dat de speler die uitkomt dat altijd doet met de beeldzijde naar beneden. Dan mogen partner en leider nog vragen om het biedverloop. Pas als die accoord geven, leg je de kaart open. Voor de beurt uitkomen wordt hiermee voorkomen.
Denk eerst na voordat je je biedkaart pakt. Het rommelen in je biedbak is niet toegestaan. Je brengt daarmee je tegenstanders in verwarring. Als dat aan je tafel gebeurt, mag je daar op een hoffelijke wijze best wat van zeggen.
Correct gebruik van de Stop kaart en Alert kaart is niet meer dan netjes ten opzichte van de tegenpartij.
Zolang een speler zijn kaart nog niet heeft dichtgelegd, mag hij de andere spelers vragen hun al dichtgelegde kaart te laten zien. Wie zijn kaart dicht heeft liggen, is dat recht kwijt. Een speler mag, totdat een kaart in de volgende slag is gespeeld, wel zijn eigen laatst gespeelde kaart inzien.
Als de laatste kaart is gespeeld, moet het resultaat door beide partijen worden vastgesteld en ingevoerd. Is er geen overeenstemming, vraag dan de arbiter om hulp.
Ingeval van twijfel of als je denkt dat je benadeeld bent door de tegenstander, vraag dan gerust de arbiter aan tafel. Hij zal uitleg geven en een beslissing nemen.
Elke speler kan achteraf bij het bestuur protest aantekenen tegen de beslissing van een arbiter. Een protestcommissie wordt per ingediend protest samengesteld uit drie arbiters of indien niet aanwezig uit bestuursleden, die niet zelf betrokken zijn geweest bij het protest. De beslissing van de protestcommissie wordt via het bestuur meegedeeld aan de indiener van het protest.
DE WEDSTRIJDLEIDER: regelt veel zaken binnen de vereniging. Voor de wedstrijdavond begint maakt hij de tafelindeling. Op de avond zelf is hij verantwoordelijk voor de technische leiding van de wedstrijd , voor het handhaven van de orde en de zorg voor het ordelijk verloop van het spelen. Hij geeft aan wanneer de ronden beginnen en eindigen en hij maakt na afloop de uitslag bekend. De wedstrijdleider mailt de volgende dag de uitslagen naar de MooiRooikrant. Andere zaken die nog bij de wedstrijdleider horen zijn het bijhouden van de competitie, het aanbrengen van wijzigingen in Bridge-It en het maken van de jaarranking.
Misschien zijn er onder jullie nog leden die iets meer willen lezen/leren over bridge. Omdat ik zelf graag meer wil weten over bridge, heb ik veel opgezocht op internet en diverse boekjes gelezen. Ik beschik over veel materiaal dat ik beschikbaar stel.
Twee aardige voorbeelden zijn de seniorencursussen van Albert Claesen uit Diepenbeek (Be).
Voor velen zal deel 1 misschien te eenvoudig zijn, maar misschien is deel 2 wel nuttig.
Bezoek zijn website als je meer informatie zoekt. Je kunt ze hier downloaden of bekijken:
Bridgecursus voor senioren deel 1
Bridgecursus voor senioren deel 2
Henk van Walbeek